Blog

Bolletjesslikker

Maandag 24 oktober wordt ik opgenomen in het Antoni van Leeuwenhoek ziekenhuis. De ingreep die ze verrichten heet ‘bland embolisation’.  Een behandeling die het tumorweefstel moet laten afsterven. Ik word een soort van bolletjesslikker.

Als alles meezit dan kan ik zaterdag 29 oktober weer naar huis. Ik had al beknopt vermeld in mijn vorige blog wat er gaat gebeuren. De ingreep wordt verricht door een interventie radioloog. Uiteraard in samenspraak met mijn eigen oncoloog Margot Tesselaar. Het komt er op neer dat ze de bloedtoevoer naar een deel van de tumor afsnijden. Ze gaan via mijn lies naar de leverslagader en vervolgens zoeken ze met een cameraatje de juiste bloedvaten op die ze afsluiten met een soort van microbolletjes. Die zijn 100 tot 300 micron groot. Voor je beeldvorming; één micron is 0,001 millimeter. Fucking klein dus. De bedoeling is dat een deel van de grootste tumor (21 cm) afsterft. Dat dode weefstel zal de tijd na de ingreep door het lichaam afgevoerd moeten worden. Eventueel herhalen ze de behandeling nog een keer voor het andere deel van de tumor.

In het Antoni van Leeuwenhoek doen ze dit soort ingrepen vaker dus dat zit wel goed denk ik. Hoe ik erop reageer is weer een ander verhaal. Het kan behoorlijk pijnlijk zijn. Dat komt onder andere door het uitzetten van de lever waardoor het leverkapsel onder druk komt te staan. Dat geeft pijn.

Om de pijn te bestrijden krijg ik voor de ingreep een ruggenprik met verdoving. Het slangetje dat geplaatst wordt tijdens de ruggenprik blijft erin zitten zodat ze tijdens de eerste dagen in het ziekenhuis ook pijnmedicatie eenvoudig via een pompje toe kunnen dienen. Dan bekijken ze in de loop van de week hoe het met de pijn gaat. Daarnaast kan koorts, misselijkheid en braken tot de naweeën behoren. Of en in welke mate ik last heb is ook afwachten. We slikken ze wel die bolletjes. Tenslotte heb ik weinig keus. Er zijn geen andere behandelingen mogelijk. Dit is overigens een palliatieve behandeling. Het is bedoeld om kwaliteit van leven te behouden, niet om te genezen.

Ondertussen ben ik in Engeland geweest. Bezoek aan Londen, concertje, vrienden opgezocht en heerlijke afleiding gehad. Ik heb onder andere boven op het hoogste gebouw van Europa gestaan, The Shard. Nu kwam de Brexit wel van pas. De Britse pond staat historisch laag. En ik maar rondjes geven in de kroeg en de patser uithangen. 
Ik was nog wel even bang of ik überhaupt kon vertrekken. Vrijdag voordat ik ging kreeg ik veel pijn aan mijn lever. Dat had ik nog niet eerder gehad. Dat nam op zaterdag toe en zondag was het niet veel beter. Gelukkig zakte de pijn maandag. Ik zou namelijk om 18.00 uur vertrekken vanaf Rotterdam Airport. Uiteindelijk toch besloten om te vertrekken. So far so good tot ik in mijn bed & breakfast kwam. Weer vreselijke pijn aan mijn lever. Met de nodige morfine en paracetamol ben ik uiteindelijk de nacht doorgekomen. Wat kan dat pijn doen zeg. Gelukkig voelde ik me ’s ochtends beter. De acute en stekende pijn was afgenomen. Het was nog slechts zeurend. Fijn dat ik die morfine de grens over kreeg. Niet slecht voor een bolletjesslikker dacht ik nog. 

Op dit moment gaat in ieder geval veel beter. Ik heb bijna geen last meer van de pijn.

Maandag volgt zoals genoemd de eerste serieuze ingreep. Dat gegeven maakt me wel onrustig. Het zette me ook aan tot denken. Ik was al maanden bezig met het nadenken over een wilsbeschikking. Nu heb ik samen met de familie de eerste stappen gezet. Ik heb erover gepraat met goede vriend Edwin, met mijn huisarts en in het gezin is het nu ook een gespreksonderwerp. Dat is eng en confronterend maar het lucht me ook op om te weten dat het goed geregeld is. Wanneer mogen ze nog wel behandelen en wanneer niet en wat gebeurt er als ik echt ziek en bedlegerig word? En hoe gaat dat dan als ik veel pijn krijg? Geen gemakkelijke onderwerpen. De komende tijd alles maar eens  aan het papier toevertrouwen en nog een paar keer bespreken met de huisarts. Ik hoop natuurlijk dat dit soort documenten nog lang in het archief blijven maar het kan maar geregeld zijn. Ook andere praktische zaken ben ik aan het regelen. Dat geeft rust. En af en toe kan ik er ook smakelijk om lachen. Wie zou er wat mogen zeggen bij een afscheid en wie beslist niet? En wie heeft het laatste woord. Normaal ben ik dat.

Maar voorlopig komt het daar niet van want ik heb vertrouwen dat ik tijd krijg door de komende ingreep. Dat moet ook wel. Begin december hebben we met het gezin een weekendje Heidelberg geboekt en we zijn voorzichtig plannen aan het maken voor een vakantieweek in het voorjaar.

En tenslotte moet ik minimaal honderden blogs geschreven hebben. Ik zit nu op vijfenzestig. Ook al veel in twee jaar tijd. Dus hou ik me maar vast aan het spreekwoord ‘wie schrijft die blijft’. En terwijl ik die laatste zin schrijf breekt in Bemmel de zon door het wolkendek en komt Ingrid wat tijdschriften brengen om de tijd in het ziekenhuis te doden. 

Share this post